Zou je liever onzichtbaar zijn of kunnen vliegen?

Sollicitanten moeten nu op meer zijn voorbereid dan standaardvragen over hun zwakke en sterke punten. Recruiters stellen rare vragen om te zien hoe zij omgaan met onverwachte situaties.

Illustratie Nanne Meulendijks 

Hoeveel pingpongballen passen er in een schoolbus? Hoe krijg je een olifant in een ijskast? Het is weer eens wat anders dan de vraag: ‘Wat denk jij aan deze organisatie te kunnen bijdragen?’ Of: ‘Noem eens een goede en een slechte eigenschap.’ Wie bij Google op sollicitatiegesprek mag komen heeft een grote kans aan het rekenen te worden gezet met pingpongballen: het bedrijf staat erom bekend dat het potentiële werknemers onverwachte en extreem moeilijke vragen voorlegt.

De trend onverwachte vragen te stellen tijdens een sollicitatie is nu ook overgewaaid naar Nederland. Zo solliciteerde Ernest Claassen (47) ooit (zonder succes) intern bij een nieuwszender. Daar vroegen ze hem: „Als je een boot was, wat voor boot zou je dan zijn?” Claassen koos voor een catamaran, omdat het bij uitstek een ‘samenwerkingsboot’ is en hij in de beoogde functie veel zou moeten samenwerken. Toen Van-Nhi Nguyen (20) solliciteerde bij een adviesbureau voor studenten, moest ze een variant op de Google-vraag beantwoorden: ‘Hoeveel pingpongballen denk je dat er in ons kantoor passen?’ Om tot een antwoord te komen, liep ze de kamer rond om de ruimte op te meten. Of deze aanpak de doorslag gaf weet ze niet, maar ze werd wel aangenomen.

Waarom leggen bedrijven hun sollicitanten dit soort vragen voor? Volgens de Amerikaanse auteur William Poundstone, die het boek Ben jij slim genoeg om voor Google te werken? schreef, kunnen werkgevers kieskeuriger zijn op de huidige, krappere arbeidsmarkt. In een interview met Northwestern Business Review legt hij uit:

„De wereld verandert zo snel, dat het niet meer genoeg is iemand alleen aan te nemen op een pakket aan vaardigheden. Tijdens een gesprek willen ze kunnen zien hoe (creatief) je denkt.”

Recruiters Michael Matthijsen en Rob Bauer zijn het daarmee eens. Ze zijn eenduidig over het doel van rare sollicitatievragen: kandidaten uit hun comfortzone trekken om te zien hoe zij omgaan met een onverwachte situatie. De aard van de vraag kan toegespitst zijn op analytisch vermogen, persoonlijkheid of bedoeld zijn om te testen hoe iemand presteert onder druk.

Avonturier of familiemens?

Recruiter Michael Matthijsen werkt bij een ICT-dienstverlener en stelt zelf ook regelmatig aparte sollicitatievragen. Bijvoorbeeld: ‘Als wij morgen bij je komen eten, wat kook je dan?’ Het antwoord zegt volgens hem veel over iemands persoonlijkheid: ben je sociaal, creatief, houd je van gezelligheid? „Mijn favoriete vraag waarmee ik iemand uit zijn comfortzone haal is: ‘Als je indruk op mij wilt maken, wat gaan we dan doen?’ Sommige mensen willen parachutespringen of een avond gaan stappen, anderen willen me mee naar huis nemen en voorstellen aan hun gezin.” Ook dit antwoord is veelzeggend, aldus Matthijsen: ben je een familiemens of houd je van avontuur?

Natuurlijk komt het weleens voor dat de ondervraagde zó van de wijs is gebracht dat hij of zij niet direct een antwoord weet te formuleren. „Als iemand volledig dichtklapt, is dat zeker niet funest voor het gesprek. Maar het helpt mij wel een beeld van diegene te vormen.”

Rob Bauer, personeelsadviseur en recruiter bij ElixHR, stelt graag de vraag: ‘Wat zou je doen als je 500 blikjes kattenvoer wint in de loterij?’ De antwoorden zijn vaak minder creatief dan hij zou willen.

„Negen van de tien keer komen ze met iets praktisch, zoals verkopen op Marktplaats, of de blikjes naar het asiel of de Voedselbank brengen. Ik ben nog nooit écht verrast door iemand. Sommige mensen schieten volledig in de stress en klappen dicht.”

Toch blijft Bauer dit soort vragen stellen. Hij gebruikt ze vooral om de eerste reactie van zijn sollicitanten te peilen en te testen hoe creatief ze zijn. „Het gaat erom hoe ze met de vraag omgaan, het daadwerkelijke antwoord is minder van belang.”

Een andere favoriet van Bauer: ‘Als je een M&M was, welke kleur zou je dan zijn?’ „Iemand antwoordde toen bijvoorbeeld: ‘Rood, want dat valt lekker op.’ Daar kun je dan mooi op doorvragen. Waarom wil diegene zo graag opvallen?”

Laat niet teveel stiltes vallen

Bij &ranj, ontwikkelaar van serious games – spellen voor bedrijven – voert directeur Lonneke Nouwens de meeste sollicitatiegesprekken.

„Ik vraag mensen altijd naar een voorbeeld van speelsheid in hun eigen leven. Dat levert meestal hele leuke reacties op, zoals een jongen die bij de scouting een spel had verzonnen waarbij punten konden worden verdiend met het ongezien weggooien van vuilnis. We hebben hem meteen aangenomen.”

Maar mensen reageren soms ook met: ‘Ik speel geen spellen’, of ‘Zo denk ik niet’, vertelt Nouwens. „Dan is de kans klein dat je wordt aangenomen. Wij vinden het belangrijk dat iemand binnen ons team past. Op deze manier proberen we daarachter te komen.”

Kun je je voorbereiden op een gesprek met dit soort vragen? Poundstone raadt in zijn boek sollicitanten aan in ieder geval niet te veel stiltes te laten vallen. „Stilte zorgt ervoor dat beide partijen zich ongemakkelijk voelen. Hierdoor kom je al snel in de verleiding een eind aan het lijden te maken door te zeggen dat je niets kunt bedenken.” Zonde: zo mis je de kans om te laten zien dat je doorzettingsvermogen hebt.

Hardop denken is volgens Poundstone bovendien goed. De kans is dan groot dat je al pratende tot een oplossing komt: „Je hersenen volgen soms je woorden.” Poundstone geeft daarnaast nog een aantal handvatten om je door lastige vragen heen te worstelen: herformuleer de vraag, vraag om verduidelijking, beschrijf eventueel waarom het voor de hand liggende antwoord niet werkt, of verklaar het probleem analogisch. Dat laatste doe je door het probleem of de vraag te vergelijken met een soortgelijk onderwerp dat je wél logisch kunt beredeneren. Brainstorm er vervolgens op los en sluit af met een kritische analyse van de door jou bedachte oplossingen en aanpak.

Krijg je een ingewikkelde rekenvraag? Ga dan niet in het wilde weg gokken, maar kies voor een praktische benadering. De glazenwassersvraag van Facebook kan bijvoorbeeld worden beantwoord door eerst vast te stellen wat het wassen van één raam kost – bijvoorbeeld 10 dollar – en vanuit daar verder te redeneren: hoeveel ramen heeft een gemiddeld gebouw? Hoeveel gebouwen telt de stad? De pingpongvraag van Google, die ook door andere bedrijven gesteld wordt, kan beantwoord worden door eerst de omvang van een pingpongbal te gokken (of te onthouden: 6,35 vierkante centimeter). Als je de omvang van een ruimte of voertuig kunt schatten en het aantal vierkante centimeter (lengte x breedte x hoogte) deelt door 6,35, zit je als het goed is in de buurt.

Maar alle voorbeelden en mogelijke voorbereidingen ten spijt: uiteindelijk zijn de vragen vaak bedoeld om een spontaan antwoord te krijgen. Recruiter Rob Bauer geeft toe dat hij geniet van de verbazing die hij ziet na het stellen van een ongebruikelijke vraag: „Je ziet op zo’n moment meer van de persoon dan bij de vragen die hij of zij netjes heeft voorbereid.”

Dat je kunt scoren met spontane antwoorden, blijkt ook uit een anekdote op carrièrewebsite Glassdoor: op de superkrachtenvraag van Microsoft antwoordde een sollicitant dat hij liever onzichtbaar wilde zijn, omdat hij dan óók gratis zou kunnen vliegen. Hier konden de recruiters om lachen, en de man werd aangenomen.