FORMEEL OF INFORMEEL

De formele organisatie is het geheel van de officieel vastgestelde procedures en gezagsverhoudingen, zoals vastgesteld in het organisatieschema. De informele organisatie is de sociale structuur van de werknemers, die het werk en de gedragscodes met elkaar afstemmen.

Formele en informele organisatie

Er wordt onderscheid gemaakt in de formele organisatie en de informele organisatie.

Bij een formeel bedrijf zijn er officieel vastgestelde regels, procedures en gezags-verhoudingen met een organisatieschema. Verantwoordelijk- en bevoegdheden zijn vastgelegd. Bij een informeel bedrijf is er een sociale structuur van werknemers.

Zij stemmen de gedragscodes met elkaar af, vaak is er geen organisatieschema.

De Hawthorne-studies hebben een belangrijke omwenteling teweeggebracht in het denken over organisaties. Veel van de nu bestaande patronen van menselijke interactie hebben totaal geen representatie in de formele organisatie. Te vaak gaat men uit dat de organisatie van een bedrijf overeenkomt met een blauwdruk of een organogram. In feite is dat nooit het geval (Roetlisberger en Dickson, 1939).

De informele organisatie kan worden gezien als die processen en gedragingen die niet formeel zijn gepland of voorzien, maar die spontaan naar boven komen vanuit de behoeften van mensen. Mensen brengen hun hoofd en hart mee, niet alleen hun handen.

De formele organisatie wordt wel gezien als het topje van de ijsberg. De informele karakteristieken van organisaties zijn het grote verborgen deel van de uitberg: uit het zicht, maar altijd aanwezig. En vaak minstens zo invloedrijk.

De informele activiteiten kunnen we kortweg karakteriseren als de cultuur van een organisatie: activiteiten die de eigenheid van de organisatie meer karakteriseren dan welke stapeling van formele activiteiten ook. In veel veranderingstrajecten worden juist deze informele activiteiten niet of onvoldoende gediagnosticeerd en daarmee het belangrijkste vergeten, met als gevolg dat veranderingstrajecten meer het karakter van een kansspel krijgen dan van interventiekunde (French en Bell, 1984).

Bron:

· Caluwé, L., de, et al, Leren veranderen, uitgeverij Samsom, Alphen aan den Rijn, 1999, pag. 37-38