Organisatiecultuur

Organisatiecultuur
Elke organisatie heeft een eigen cultuur. Ieder mens heeft een cultuur van zijn voorkeur. Onderstaande vragenlijst is een hulpmiddel om die cultuur in kaart te brengen. U kunt de vragen op 2 manieren beantwoorden.

Uitgaan van de realiteit zoals u die in een organisatie ervaart, ontdekt u de heersende cultuur of uitgaan van uw eigen voorkeur en zo ontdekken welke cultuur het meeste aanspreekt.

Bij iedere vraag worden 4 uitspraken gedaan. U geeft 4 punten aan de uitspraak die het meest representatief is, 3 en 2 punten aan de daarop in volgende uitspraken en 1 punt van de uitspraak die het minst is.

  1. Als iemand in uw organisatie een verschil van mening heeft met een collega dan :
    … a.  leggen zij het conflict voor aan de teamleider, die beslist

    ... b.  discussiëren zij erover, waarna ieder doet wat hem het beste lijkt
    … c.  ontstaat er een discussie, waarin de sterkste wint
    d.  gaan ze samen na wat het beste voor de organisatie is en voeren dit uit
  2. Als er voor uw organisatie een voordeel met risico’s te halen valt, maar er
    moeten daarvoor een paar regels en procedures tijdelijk buiten werking worden gesteld dan :

    … a.  is er meestal alleen belangstelling van de hele groep als iedereen het een interessante opdracht vindt, natuurlijk heeft niemand bezwaar als één of enkele mensen het aanpakken 
    … b.  gaat ieder die ermee te maken heeft snel informatie verzamelen om de haalbaarheid te toetsen

    ... c.  doen we het alleen als het redelijkerwijs kan zonder de regels over boord te zetten en als alles positief lijkt, doen we het
    … d.  beslist de directeur en vertelt hij vervolgens ieder wat hij moet doen en laten
  3. De mensen in uw organisatie spannen zich in omdat :
    … a.  de klus klaar moet en je daar met z’n allen voor staat

    … b.  je in de organisatie alleen wat bereikt als je er hard tegenaan gaat, bovendien krijg je je teamleider op je nek, als je er niet aan trekt
    … c.  het werk je belangstelling heeft en een stuk van jezelf geworden is
    … d.  er verwacht wordt dat je je functie goed vervult en een faire prestatie levert 
  4. Als iemand in uw organisatie ruzie heeft met zijn teamleider dan :
    … a.  zal hij meestal toegeven als het niet lukt de teamleider af te troeven

    … b.  zullen we met hen praten en helpen de zaak op te lossen, als dat niet lukt gaan ze waarschijnlijk hun eigen weg en ontlopen elkaar als het kan
    ...  c.  is de vraag of het voor het werk zo belangrijk is dat daar veel tijd aan besteed wordt
    … d.  kan hij een beroepsprocedure volgen om een bindende uitspraak te krijgen
  5. Als om een doel te bereiken iemand in uw organisatie “een veer moet laten”, dan :
    … a.  wordt nagegaan hoe dat in vorige gevallen is aangepakt en of er tegemoetkomingen zijn geregeld, afhankelijk daarvan wordt iets of niets gedaan
    … b.  moet de persoon in kwestie door de zure appel heen bijten met oog op het doel dat bereikt wordt
    … c.  helpen we hem dat te accepteren en als hij dat niet kan is dat jammer voor hemzelf, ook al betekent het dat hij misschien zal vertrekken
    … d.  zal hij dat voor lief nemen om er voor te zorgen dat z’n relatie met de leiding niet verstoord wordt
  6. Als iemand niet meer tevreden is met zijn werk zal hij gewoonlijk :
    … a.  zijn werk aanpassen of een andere werkkring gaan zoeken

    … b.  een verzoek om verandering of overplaatsing doen bij zijn teamleider of p&o
    … c.  voor een promotie vechten
    … d.  een andere bijdrage gaan leveren binnen het totale te verrichten werk
  7. Als een concurrent ons een project dreigt af te pakken dan :
    …  a.  gaan we na of hij daarbij regels overschrijdt zodat we kunnen protesteren, anders valt er weinig aan te doen

    …  b.  proberen we die “een spaak in het wiel te steken”, goedschiks of kwaadschiks
    …  c.  is dat vervelend voor degene die ermee bezig is, we helpen hem maar als de concurrent wint moet hij een nieuw project aanpakken
    …  d.  zetten we alles op alles om met een goede strategie te reageren en de opdracht toch binnen te halen, maar als het onze mogelijkheden te boven gaat is het verstandig een andere job aan te pakken
  8. Als iemand niet zo goed meer mee kan dan :
    …  a.  zal hij zich verschansen en zijn positie zo sterk mogelijk proberen te maken

    …  b.  accepteren we dat hij minder werk doet en helpen we hem dat te aanvaarden
    …  c.  krijgt iemand anders zijn werk en gaat hij ander werk doen waar hij wel in mee kan
    …  d.  wordt hij gewoonlijk overgeplaatst of weggepromoveerd
  9.  Als er plotseling een leidende functionaris uitvalt dan :
    …   a.  zoeken we een persoon die bekend is met het werk, die de zaak goed bij elkaar kan houden

    …   b.  wordt de adjunct-chef benoemd, als deze daarvoor de goede papieren heeft
    …   c.  wijst de directie iemand aan die zij geschikt en competent acht
    …   d.  kiezen we iemand die als persoon het vertrouwen van de mensen heeft
  10. Als overwogen wordt andere werkomstandigheden in te voeren dan :
    …  a.  zal de leiding dat beoordelen en binnen redelijke grenzen toestaan, als zij dat niet schadelijk acht; anders zal zij de invoering tegen houden

    …  b.  wordt er overlegd, bijvoorbeeld in een commissie die een voorstel doet
    …  c.  gaan we na wat de gevolgen voor het werk zijn en regelen we onderling hoe eventuele problemen worden opgevangen
    … d.  zullen zij die daardoor beter uit te voeten kunnen gebruik van maken
  11.  In uw organisatie werken mensen samen wanneer :
    …  a.  ieders bijdrage nodig is voor de voortgang van het werk

    …  b.  coördinatie en uitwisseling nodig is voor het goed functioneren van de organisatie
    …  c.  dat van hogerhand geëist wordt of omdat ze de ander in hun eigen voordeel kunnen gebruiken
    …  d.  samenwerking een ieder persoonlijke voldoening en stimulansen geeft
  12. Men heeft het recht andersmans activiteiten te regelen in uw organisatie als :
    …  a.  men grotere bevoegdheden of meer invloed heeft

    …  b.  de ander inziet dat deze hulp bijdraagt aan zijn eigen ontwikkeling
    …  c.  is geregeld dat men de verantwoording heeft om aan die ander leiding te geven
    …  d.  men meer kennis of ervaring heeft met betrekking tot het werk dat gedaan moet worden