In deze cultuur is het individu het middelpunt. De organisatie is er eigenlijk voor het individu en niet andersom. Het individu doet mee omdat het voor hem prettig is. Eventuele samenwerking staat dan ook in dienst van de belangen van het individu.
Men vormt groepen op basis van persoonlijke voorkeuren en behoeften. Men beïnvloedt elkaar op basis van deskundigheden en/of persoonlijkheid.
Wat betekent dit voor de (potentiële) medewerker
De medewerkers die werken in een persoonscultuur zijn typische individualisten die hun creativiteit willen botvieren, vrij willen zijn en weinig binding willen hebben met de organisatie als geheel. Wel met andere individuen, maar dan op grond van persoonlijke voorkeuren.
In welke organisaties
Er zijn niet veel organisaties die een persoonscultuur hebben. De organisaties waarin het voorkomt zijn in termen van structuur doorgaans de zogenaamde *adhocratieën. In deze organisatievorm wordt op basis van (veel) kennis en kunde, ingespeeld op steeds wisselende vragen vanuit de markt. Experts en ondersteunende stafleden werken in wisselende opdrachten en projecten. Het zijn platte organisaties waar beleidsvorming niet verticaal maar horizontaal plaats vindt: op diverse plaatsen in de organisatie ontstaan inzichten naar gelang de wisselende vragen die op de organisatie afkomen.
Voorbeelden: advocatencollectieven, maatschappen van specialisten, reclamebureaus, softwareontwikkelaars, hightechbedrijven en kleinere organisatieadviesbureaus.
Bureaucratie is een organisatiestructuur die gekenmerkt wordt door aan regels onderheven procedures, verdeling van verantwoordelijkheid, hiërarchie en onpersoonlijke relaties.
Adhocratie
Binnen de adhocratie werkt men veelal zonder dat er een uitgebreide formele structuur
aanwezig is. Door onderlinge afstemming (communicatie) worden de visies en de
werkzaamheden op elkaar afgestemd, meestal via persoonlijke en weinig formele contacten. Adhocratie is het tegenovergestelde van bureaucratie.
Bron: organisatiecultuur – Harrison